De eerste week van het nieuwe jaar zit er weer op. Bij juf Christel vertelden we over onze vakantie.
In de klas zat Roos met haar pyjama aan in bed. Zij vertelde over haar slaapritueel.
Wij vertelden ook over ons slaapritueel. We vertelden over onze kamer, ons bed, over onze knuffels, lampjes... We vertelden ook wat we kunnen doen als we 's nachts wakker worden.
We leren nu over tijd. Op 1 januari begon er een nieuw jaar, we zijn niet meer 2019 maar 2020. Dat hoort ook bij tijd.
Dag en nacht hoort ook bij tijd. De juf had heel wat spulletjes bij die we mochten sorteren. Wat hoort er bij dag en wat bij nacht? Een lieveheersbeestje is wakker overdag maar een uil niet. De uil is 's nachts wakker.
Alexander zag een slaapmuts liggen. Hij mocht hem ook eens opzetten.
Een slaapmuts hoort bij nacht, maar de muts van Roos hoort bij dag.
De schoenen die Louis zag liggen, horen bij dag.
En zo sorteerden we alle voorwerpen.
Donderdag gingen we op zoek naar een donkere ruimte op school voor een leuke activiteit. Op zolder was het heel erg donker! Maar daar was het koud en er stond ook veel rommel.
Het snoezellokaal was wat we nodig hadden. Dat is een gezellige donkere ruimte. In de snoezelruimte is er zelfs een waterbed! Dat bed mochten we eerst even uittesten.
De juf had allerlei voorwerpen bij. We maakten eerst wat afspraken. Om de beurt mogen we een voorwerpje nemen om over te vertellen.
Louis koos de kerstverlichting. We hebben elektriciteit nodig om de lampjes te laten branden. Met elektriciteit moeten we wel voorzichtig zijn, dat is gevaarlijk. De lampjes konden ook flikkeren, dat vonden we mooi.
Er was ook een speciaal klokje. Als het beestje op de klok de ogen dicht heeft, dan moeten we slapen.
Als zijn oogjes open zijn en het lampje aan is, dan mogen we wakker worden.
Dat is een slaapwekker!
Mart nam de zaklamp, die had hij van thuis meegebracht. Een zaklamp werkt op batterijen.
Als je hem dicht bij je gezicht houdt, dan kan je iemand laten schrikken... Waaahhhh
Met een zaklamp kan je ook schaduwen maken op de muur. Dat is ook leuk.
Erik koos twee lampjes.
Een wit en een rood... waar zou dat voor dienen.
Ohhh, dat zijn lampjes voor de fiets. Het witte lampje van voor en het rode van achter. Zo kunnen de auto's jou goed zien.
Als je dan ook nog eens een fluovest aan doet, dan ben je pas heel erg zichtbaar. Alexander speelt even voor auto en schijnt met zijn zaklamp. Ja, zo kan hij Erik goed zien!
Dario had een speciale muts bij. Daar zit ook een lampje aan.
Sana koos voor een stokje. Geeft dat ook licht? Ja hoor, als je het breekt, dan geeft het licht.
Je kan er een armband van maken. Wat mooi.
Er waren ook kaarsen. Een grote en een kleine. Dat kleine kaarsje is een theelichtje. Met een lucifer kan je ze aansteken. Kaarsen zijn gezellig, maar kunnen ook gevaarlijk zijn!
Een theelichtje op batterijen is veiliger. Daar heb je geen vuur voor nodig.
Je kan kaarsen ook aansteken met een aansteker.
Erik koos voor een speciaal lampje. Als je beneden drukt, dan geeft het licht.
Er hangt ook een sleutelhanger aan.
Zo'n lampjes worden gebruikt bij een concert. Iedereen steekt dan een lampje in de lucht. Kijk eens hoe gezellig.
Er lagen ook sterretjes.
Als je er met een zaklamp op schijnt...
dan geven ze licht in het donker.
Nu weten we heel wat over licht en donker! Soms hebben we elektriciteit nodig. Maar opgepast, dat is gevaarlijk.
Soms hebben we batterijen nodig.
Het kan ook met vuur... vuur is ook gevaarlijk!
En dan zijn er nog voorwerpen die licht geven als er licht op schijnt.
Voor het spelletje van de week gingen we opnieuw naar de snoezelruimte. We speelden het spelletje 'beer op wacht'
De kleine beer houdt de wacht. Stilletjes loopt hij van huis tot huis en brengt de dieren naar bed. Huppel, de haas, Ulla, de uil, en Mini, de muis, hebben echter hun favoriete knuffel verloren in het bos. Wie kan de wakende beer helpen bij zijn zoektocht naar de knuffels en samen met hem de dieren naar bed brengen?
We gooiden met de dobbelsteen en plaatsten de beer op de juiste tegels. Ondertussen vertelde de juf het verhaal.
Als de beer bij een vriendje aankwam, dan moesten we zoeken naar een verloren voorwerp.
Met juf Lara hebben we gemeten. We vergeleken onze lengtes. Erik is kleiner dan Louis...
Maar hij is groter dan Jotbir.
Tuur en Dario zijn even groot.
We kunnen ook van klein naar groot gaan staan.
Of van groot naar klein
Als we willen weten hoe groot we zijn, dan kunnen we dat meten.
Erik is 7 handen groot.
De koningen hadden cadeautjes bij die ze graag aan baby Jezus wouden geven.
Samen met hun kameel gingen ze op weg.
Wat waren ze blij toen ze bij het stalletje kwamen.
We werkten ook nog in het bundeltje.
We tekenden een mooie ster.
Tijdens de schrijflessen oefenden we op het schrijven van lusjes. Als opwarmer lieten we weer een balletje rond sjablonen rollen in de vorm van lusjes.
Nadien oefenden we in het groot op muziek.
We maakten ook lussen van klei. Daarvoor moesten we eerst lange worsten rollen. Geen dikke worsten, maar dunne! Dat was zéér belangrijk.
We deden goed ons best, want makkelijk is het niet hoor. Soms hadden we wel wat hulp nodig van de juf. Misschien kunnen we het thuis ook wel eens proberen.
Nadien probeerden we het ook nog eens met een touwtje.
Op vrijdag maakten we clowntjes.
Er lagen deze week ook weer werktaken voor ons klaar.
1. Voor de eerste taak moesten we de dopjes op de juiste plaats draaien.
2. De tweede taak was een kniptaak. We knipten driehoeken uit en plakten ze op de huizen als een dak.
3. Voor de derde taak deden we elastiekjes rond een blik. Als het goed lukte, dan maakten we er een patroon van.
4. Voor de laatste taak probeerden we figuurtjes op de juiste plaats te leggen. We moesten goed naar het voorbeeld kijken.
En zo zat de week er weer op.
Tot maandag!
In de klas zat Roos met haar pyjama aan in bed. Zij vertelde over haar slaapritueel.
Wij vertelden ook over ons slaapritueel. We vertelden over onze kamer, ons bed, over onze knuffels, lampjes... We vertelden ook wat we kunnen doen als we 's nachts wakker worden.
We leren nu over tijd. Op 1 januari begon er een nieuw jaar, we zijn niet meer 2019 maar 2020. Dat hoort ook bij tijd.
Dag en nacht hoort ook bij tijd. De juf had heel wat spulletjes bij die we mochten sorteren. Wat hoort er bij dag en wat bij nacht? Een lieveheersbeestje is wakker overdag maar een uil niet. De uil is 's nachts wakker.
Alexander zag een slaapmuts liggen. Hij mocht hem ook eens opzetten.
Een slaapmuts hoort bij nacht, maar de muts van Roos hoort bij dag.
De schoenen die Louis zag liggen, horen bij dag.
En zo sorteerden we alle voorwerpen.
Donderdag gingen we op zoek naar een donkere ruimte op school voor een leuke activiteit. Op zolder was het heel erg donker! Maar daar was het koud en er stond ook veel rommel.
Het snoezellokaal was wat we nodig hadden. Dat is een gezellige donkere ruimte. In de snoezelruimte is er zelfs een waterbed! Dat bed mochten we eerst even uittesten.
De juf had allerlei voorwerpen bij. We maakten eerst wat afspraken. Om de beurt mogen we een voorwerpje nemen om over te vertellen.
Louis koos de kerstverlichting. We hebben elektriciteit nodig om de lampjes te laten branden. Met elektriciteit moeten we wel voorzichtig zijn, dat is gevaarlijk. De lampjes konden ook flikkeren, dat vonden we mooi.
Er was ook een speciaal klokje. Als het beestje op de klok de ogen dicht heeft, dan moeten we slapen.
Als zijn oogjes open zijn en het lampje aan is, dan mogen we wakker worden.
Dat is een slaapwekker!
Mart nam de zaklamp, die had hij van thuis meegebracht. Een zaklamp werkt op batterijen.
Als je hem dicht bij je gezicht houdt, dan kan je iemand laten schrikken... Waaahhhh
Met een zaklamp kan je ook schaduwen maken op de muur. Dat is ook leuk.
Erik koos twee lampjes.
Een wit en een rood... waar zou dat voor dienen.
Ohhh, dat zijn lampjes voor de fiets. Het witte lampje van voor en het rode van achter. Zo kunnen de auto's jou goed zien.
Als je dan ook nog eens een fluovest aan doet, dan ben je pas heel erg zichtbaar. Alexander speelt even voor auto en schijnt met zijn zaklamp. Ja, zo kan hij Erik goed zien!
Dario had een speciale muts bij. Daar zit ook een lampje aan.
Sana koos voor een stokje. Geeft dat ook licht? Ja hoor, als je het breekt, dan geeft het licht.
Je kan er een armband van maken. Wat mooi.
Er waren ook kaarsen. Een grote en een kleine. Dat kleine kaarsje is een theelichtje. Met een lucifer kan je ze aansteken. Kaarsen zijn gezellig, maar kunnen ook gevaarlijk zijn!
Een theelichtje op batterijen is veiliger. Daar heb je geen vuur voor nodig.
Je kan kaarsen ook aansteken met een aansteker.
Erik koos voor een speciaal lampje. Als je beneden drukt, dan geeft het licht.
Er hangt ook een sleutelhanger aan.
Zo'n lampjes worden gebruikt bij een concert. Iedereen steekt dan een lampje in de lucht. Kijk eens hoe gezellig.
Er lagen ook sterretjes.
Als je er met een zaklamp op schijnt...
dan geven ze licht in het donker.
Nu weten we heel wat over licht en donker! Soms hebben we elektriciteit nodig. Maar opgepast, dat is gevaarlijk.
Soms hebben we batterijen nodig.
Het kan ook met vuur... vuur is ook gevaarlijk!
En dan zijn er nog voorwerpen die licht geven als er licht op schijnt.
De kleine beer houdt de wacht. Stilletjes loopt hij van huis tot huis en brengt de dieren naar bed. Huppel, de haas, Ulla, de uil, en Mini, de muis, hebben echter hun favoriete knuffel verloren in het bos. Wie kan de wakende beer helpen bij zijn zoektocht naar de knuffels en samen met hem de dieren naar bed brengen?
We gooiden met de dobbelsteen en plaatsten de beer op de juiste tegels. Ondertussen vertelde de juf het verhaal.
Als de beer bij een vriendje aankwam, dan moesten we zoeken naar een verloren voorwerp.
We zochten tussen de kaartjes naar het juiste voorwerp. Net zoals bij memorie, moeten we goed onthouden waar alle voorwerpen verborgen zitten.
Als we de juiste voorwerpen vinden, dan kunnen de vriendjes van de beer lekker gaan slapen. Met juf Lara hebben we gemeten. We vergeleken onze lengtes. Erik is kleiner dan Louis...
Maar hij is groter dan Jotbir.
Tuur en Dario zijn even groot.
We kunnen ook van klein naar groot gaan staan.
Of van groot naar klein
Als we willen weten hoe groot we zijn, dan kunnen we dat meten.
Erik is 7 handen groot.
Tijdens het lesje Godsdienst hadden we het over de drie koningen. We speelden het verhaaltje na.
Er was een ster die de koningen de weg wees naar de stal. De koningen hadden cadeautjes bij die ze graag aan baby Jezus wouden geven.
Samen met hun kameel gingen ze op weg.
Wat waren ze blij toen ze bij het stalletje kwamen.
We werkten ook nog in het bundeltje.
We tekenden een mooie ster.
Tijdens de schrijflessen oefenden we op het schrijven van lusjes. Als opwarmer lieten we weer een balletje rond sjablonen rollen in de vorm van lusjes.
Nadien oefenden we in het groot op muziek.
We maakten ook lussen van klei. Daarvoor moesten we eerst lange worsten rollen. Geen dikke worsten, maar dunne! Dat was zéér belangrijk.
We deden goed ons best, want makkelijk is het niet hoor. Soms hadden we wel wat hulp nodig van de juf. Misschien kunnen we het thuis ook wel eens proberen.
Nadien probeerden we het ook nog eens met een touwtje.
Op vrijdag maakten we clowntjes.
Er lagen deze week ook weer werktaken voor ons klaar.
1. Voor de eerste taak moesten we de dopjes op de juiste plaats draaien.
2. De tweede taak was een kniptaak. We knipten driehoeken uit en plakten ze op de huizen als een dak.
3. Voor de derde taak deden we elastiekjes rond een blik. Als het goed lukte, dan maakten we er een patroon van.
4. Voor de laatste taak probeerden we figuurtjes op de juiste plaats te leggen. We moesten goed naar het voorbeeld kijken.
Tot maandag!
Reacties
Een reactie posten